Willemijn Bouman's 'Eendag's Dagboek' van 8 augustus 2006,
Ibrahimpasa, Cappadocië, Turkije.
Achtergrond: Ik ben een Nederlandse kunstenares en woon en werk in een grothuis in het vulkanische gebied van Cappadocië
op de Anatolische hoogvlakte in Turkije. Mijn huis heeft 13 kamers en 6 ervan zijn grotkamers voor kunstenaars en
cultuurbelangstellenden om er te werken en verblijven. Ik geef er les in kunst, maar ook verzorg ik mooie wandelingen in de
omgeving. De naam van mijn gastenhuis is Babayan CultuurHuis. Babayan is de oude Armeense naam van mijn dorp. Het dorp is
nog authentiek en onbedorven door toerisme. Ik kom al 20 jaar in dit deel van Turkije vanwege het insprirerende landschap
en heb het huis 8 jaar geleden gekocht en daarna gerestaureerd om er permanent te kunnen wonen.
Ik ben om half acht opgestaan en hoorde mijn zeven
pensiongasten al wat rommelen beneden. Ik heb eerst de afwasmachine uitgeruimd, en ben daarna vers brood bij de lokale 'bakkal'
(kruidenierswinkel) van 'Vogeltjes' Mehmet gaan halen.
Een oud mannetje wat ik passeerde op het dorpsplein siste tegen zijn buurman: "Een toerist!" Waarop ik in
het Turks reageerde met: "Welnee joh, let nou op, ik ben van hier: van het burgemeestershuis naast de oude moskee beneden aan
de bron..." Er kwam meteen een excuus, want hij wist dit zich weer te herinneren en ondertussen kon hij zijn oude geile
oogjes niet van mijn blote benen afhouden die onder het luchtige zomerjurkje uitstaken.
Half acht 's ochtends en al over de dertig graden...
Gisteren de hele middag geslapen vanwege de hitte. Ik word er echt ranzig van en neig er naar te weinig zout te eten en water
te drinken. Een flauwvalgevoel en een bonkende hoofdpijn kunnen hiervan het gevolg zijn, maar ik weet het telkens net te
voorkomen.
Bij terugkomst heb ik alles klaargezet voor het ontbijt en een frisse watermeloen gesneden. Deze gasten zijn een familie en
vinden het leuk om onderling lekker te rommelen in de gastenkeuken, dus ik liet ze verder met rust. Ze bakten zelf hun eitjes,
sneden tomaten enz. Ik liep naar mijn woonhuis wat in hetzelfde complex ligt en maakte daar mijn eigen ontbijt. Paul lag
nog te slapen, maar morgen is het weer zijn beurt...
Bonk, bonk op de poortdeur: de man van het autoverhuurbedrijf met een nieuwe auto voor de gasten. De vorige auto heeft gisteren
met kokende motor ergens stil gestaan en is opgehaald door het bedrijf. De gasten zijn met de taxi naar huis gebracht.
Dit probleem had zich de dag ervoor in mindere mate ook voorgedaan en de auto was nagekeken.
Ik was behoorlijk kwaad op het bedrijf en heb ze gezegd dat ik alleen verder met ze doorga als ze fatsoenlijke auto's
leveren en dat ik anders slechte reclame voor ze zal maken. Daarna werden ze heel beleefd en kwamen vandaag gelukkig met
een prima nieuwe Fiat Palto aan.
Na het ontbijt nam ik even de toeristische dag met de familie door. Omdat ik de omgeving goed ken, kon ik precies volgens
hun wensen een planning maken. Ze besloten met de twee auto's naar de kloof van Ihlara te gaan: indrukwekkend,
lekker beschaduwd en met een koele beek er doorheen.
Toen weer een luid gebonk op de poortdeur van de onderste binnenplaats.
Onze plaatselijke antiekhandelaar (leuke boerenspullen:
ik heb mijn hele huis ermee gedecoreerd) stond voor de deur met een archeoloog en een fotograaf van het cultuurmuseum in
de proviciehoofdstad Nevsehir. Of ik even wat bouwtroep opzij wil zetten die ik tijdelijk had gestald in de bron onder mijn
huis, zodat ze de boel fotografisch in kaart konden brengen.
Mijn huis met grotkamers ligt in het antieke deel van het dorp Ibrahimpasa aan het vroegere dorpsplein, wat nu
verlaten is door de dorpsbewoners. Maar langzaamaan wordt ook dit dorp belangrijk op de huidige cultuurgoedkaart van Turkije:
het was vroeger Armeens, werd toen Grieks en heeft grote grotwoningen met prachtig steenvakwerk in de gevels.
Mijn huis heeft dit ook.
De oude, ongebruikte en daarom afgesloten moskee aan hetzelfde pleintje zijn we ook meteen in gegaan. We zagen resten van
kleurrijke schilderingen onder de witte stuclaag van 1970. De schilderingen zijn vermoedelijk Armeens en daardoor historisch
interessant. Mijn gasten doken mee naar binnen: een buitenkansje tenslotte om de cultuurresten op de drempel van mijn
huis aan te treffen en die ter plekke verder te ontdekken. De archeoloog sprak goed Engels en wierp zich op als professionele
gids. Hij zou later terugkomen om alles precieser in kaart te brengen, zei hij. Wellicht zou er een restauratie op kunnen volgen
via Unesco's financiele bijdragen (het gebied van Cappadocië is Wereld Erfgoed).
Er was in de moskee/kerk ook een kleurrijk beschilderde Mihrab (gebedshoek op Mekka gericht) en er hingen nog kleden en
oude lampen. Mogelijk bevinden er zich Armeense graven onder de vloer...
De deur van de moskee was vanochtend met een breekijzer geopend
en sloeg weer met een klap achter ons dicht.
Ondertussen waren de archeoloog en fotograaf erachter gekomen dat
ik kunstenaar ben en vroegen ze of ze mijn atelier en werk mochten zien. Het atelier bevindt zich ook in een grote grot: een
voormalige dierenstal. En vooral de uitgehakte voederbak van de kameel trok de aandacht, want dat was toch wel het bewijs dat
dat dit dorp onderdeel had uitgemaakt van de zijderoute en wellicht in het verleden veel belangrijker was dan tegenwoordig...
Enfin, een leuk contact vooral ook omdat ze in het provinciaal museum een galerie voor moderne kunst gaan openen en ik daar
graag aan meedoe zowel voor mezelf als voor mijn toekomstige 'artistinresidence' gasten. In Turkije is netwerken
héééél belangrijk.
Tijdens dit bezoek stormde het derde bezoek binnen: Naile en Riza,
mijn lieve doch zeer arme buren, ze waren net terug van een huwelijksfeest in een ander dorp. Zij zijn boeren maar net als
vorig jaar is er geen fruitoogst vanwege één gemene vorstnacht in het voorjaar. Cappadocië levert veel
abrikozen en noten.
Ik had met Naile afgesproken dat ik aan mijn gasten voorstel dat zij de tandiroven stookt en de heerlijke
lokale keuken in kleipotten aan ze opdient. Zo heb ik iets speciaals te bieden, mijn gasten iets speciaals te proeven
en Naile verdient wat geld. We spraken ter plekke af dat we morgenavond met z'n allen op haar dak met weids uitzicht gaan eten.
Naile had vanwege stress erge last van blaasjes in haar mond. Ze at er niet door. "Dat geeft niet," zei ik cynisch
tegen haar, "je bent toch te dik..." (Zoals de meeste Turkse boerenvrouwen). Van de pijn kon ze ook niet goed lachen...
Een van onze gasten had een spray tegen dit soort klachten en gaf deze aan haar. Ze was er blij mee en
draaide zich meteen discreet om voor direkt gebruik.
Morgen zal het beter met haar gaan, ook omdat ze dan weer wat geld heeft en een nieuwe gasfles en levensmiddelen kan kopen.
Om elf uur was het hele spul vertrokken en de temperatuur opgelopen naar 40 graden. Omdat ik het ontbijt had verzorgd,
liep Paul de kamers na. Dit is echt nodig omdat de grotten vers zijn schoongehakt vanwege de restauratie, waardoor
vulkanisch gruis kan loslaten. Een normaal verschijnsel maar wel hinderlijk.
Er wandelde nog een Franse toerist langs (tik, tik op de deur...), die de valleiroute naar Ortahisar en de Balkankerk wilde
weten. Dat heb ik aan Paul overgelaten, die vloeiend Frans spreekt en de hele omgeving rondom ons huis heeft uitgeplozen.
Morgenochtend vroeg gaat hij met onze gasten een van zijn wandelingen maken.
Om half twee ging 'ding, ding' de etensbel beneden (we eten graag beneden
omdat die keuken comfortabel is, maar net af en we genieten er nog enorm van). Paul had het restje spaghetti van gisteren opgewarmd en
we slobberden er een paar glazen water en melk bij. Ik vertelde hem dat ik 'de dag' aan het opschrijven ben en dat er
uitgerekend vandaag zoveel gebeurt; er vaak wordt gebonkt op de poorten door al het bezoek en dat ik er daarom lang over
doe om met mijn taken te beginnen. Ik schrijf bij lange na niet alles op. Eigenlijk zijn vooral de achtergrondverhalen juist zo leuk
en interessant, maar daar moet ik maar een boek voor beginnen...
14.00 uur. Al schrijvend ben ik in het heden beland:
Paul doucht nu en gaat een uurtje slapen en dat ga ik ook zo doen: een Turkse siësta. Eerst nog even kijken/schrijven op
mijn favoriete kunstenaars internetforum over een kunstfestival wat hier net is afgerond in een nabijgelegen historisch Grieks dorp:
Mustafapasa, en waar ik aan mee heb gedaan. Ik hou ze op de hoogte van mijn perikelen, dus ook van dit 'eendag's dagboek'.
En ik neem me voor het komende uur elk gebonk, getuut en gekras te negeren (..).
Bom, klap van onze voordeur. Paul komt binnen. "Hé,
jij lag toch in bed?," vraag ik hem.
"Ja klopt, maar ik kon niet slapen vanwege de nodige voorbereidingen van de maaltijd voor de gasten van vanavond en
ben toen maar opgestaan."
Ik heb het niet gemerkt, zo geconcentreerd zit ik te schrijven.
Ik douche me en val meteen weer bezweet ontkleed
over de breedte van het bed neer. Net als ik wat wegdoezel: tringg, telefoon (die had ik niet verwacht en neem dus
wakkergeschud op...).
Het is Sinan onze goede vriend en klassieke gitaarbouwer uit Mustafapasa. Of ie even Paul mag spreken. Ik gil uit het raam
naar de keuken beneden waar Paul zich bevindt, maar die staat tussen ronkende potten en pannen en heeft vermoedelijk de ventilator ook aan tegen
de vliegen en hoort me dus niet. Ik zeg tegen Sinan dat ie zo terugbelt, trek een kamerjas aan en loop naar beneden met de
mobiel. Paul is letterlijk verhit aan het koken en zegt dat ie meteen zal reageren. Ik ga weer naar boven en vlij me weer neer
op het bed. Triiinnggg, weer Sinan, nu op de gewone telefoon. Paul had blijkbaar nog niet teruggebeld...
Hij (Sinan) heeft bezoek van de eigenaar van een beroemd restaurant in Ürgüp en wil graag metéén langskomen, want
deze man heeft belangstelling voor het jazzgitaarspel van Paul en wil hem met regelmaat laten optreden.
"Ok," zeg ik, doe mijn kamerjas weer aan, loop weer naar beneden en vertel dit aan Paul, die nog verhitter en met
gemengde gevoelens reageert. Hij heeft te weinig biefstukken in de vriezer aangetroffen en dat gaf een kinkje in de
organisatorische kabel, want in het dorp is geen slager.
"Nu meteen?"
"Ja," zeg ik.
Meteen komt Paul naar boven en gaat nog even naar de wc en op
dat moment (16.04 uur):
Tok, tok, op de voordeur.
"Paul, dat is voor jou!"
"Jáháá, ik kom, momentje..."
Ze zitten nu te praten op het terras, ik voeg me er uit
beleefdheid maar even bij, neem ik me voor. Ik doe de voordeur open en zie dat ze met stoelen en al verhuisd zijn naar de
onderste en koelste grot van het huis: het atelier. "Laat maar," denk ik en kruip weer achter de comp. "Zal ik
toch nog even naar mijn bed...?" Maar Paul komt alweer binnen om z'n gitaar te pakken. Vandaag is niet zo'n dag, vandaag
word ik vooral door anderen bepaald, concludeer ik: vanavond moe naar mijn bed dat is duidelijk.
Schrijven bevalt me wel, en ik corrigeer al het voorstaande.
0.18 uur, 9 augustus...
Ik was weer uit het heden weggeschoten door een paar uur niet te schrijven en kan kort vertellen dat er nog twee keer op de
poortdeur is gebonkt waarvan een keer door het kromme opaatje van langs de weg die een leertje voor de lekkende kraan kwam vragen.
Hij slobberde ook een lekkere cola op en ging met twee mooie rijpe peertjes in een plastic zak terug zijn vrouw Hasibe Nenesi.
Wie de andere bonker was ben ik vergeten.
Ondertussen toch ook nog even geslapen en daarna samen met Paul een 4gangen diner voor 9 personen gemaakt (ja, ook voor ons).
Het werd zeer gewaardeerd. Inmiddels kan je me opvegen.
De helft van de gastenclub is even naar het internetcafe in Ürgüp geweest en eiste bij
terugkomst het toegezegde toetje op. Paul staat nu weer ijverig met chocola en room te kliederen in de door mij reeds geschrobte
en antivlieg gemaakte keuken. Hij houdt echt van koken en het zorgen voor en tevreden maken van mensen. Buiten is het
gelukkig weer koel. Zodra de zon onder is zak de temperatuur met minstens 15 graden. Het is volle maan, en er hangt een
goede sfeer beneden, de gasten voelen zich thuis. En als altijd is dan voor hen de tijd bijna aangebroken om weer naar huis te gaan
of naar een volgende reisbestemming. Dan is het gastenhuis leeg en krijg ik tijd om in mijn atelier te gaan werken. Als er
gasten zijn ben ik hiervoor toch te gepreoccupeerd.
Een gekke ervaring al met al, vluchtig en intens tegelijkertijd. Dit is mijn leven nu en het begint te wennen.
Willemijn Bouman.
reacties
naar Paul's verhalen (India en Turkije).
|